-
1 number
n. nummer; cijfer, getal--------v. tellen; rekenennumber1[ numbə]1 getal2 aantal3 nummer♦voorbeelden:in number • in aantal, in getalnumbers of cats • een heleboel kattento the number of (twenty) • ten getale van (twintig), (twintig) in getalany number of • ontelbaar veelnumber one • de eerste, (nummer) een; 〈 slang〉 best; 〈kindertaal; eufemistisch〉plasje, kleine boodschapalways think of number one • altijd alleen maar aan zichzelf denkenmy number one problem • mijn grootste probleemIII 〈meervoud; in betekenis 0.3 werkwoord ook enkelvoud〉♦voorbeelden:2 be good/bad at numbers • goed/slecht zijn in rekenen————————number21 tellen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 we numbered eleven
-
3 tegen
tegen1〈 bijwoord〉1 contre♦voorbeelden:wind en stroom waren ons tegen • le vent et le courant nous étaient contrairesergens iets (op) tegen hebben • avoir qc. contre qc.iemand tegen hebben • avoir qn. comme ennemiiedereen was tegen • tout le monde était contreergens tegen zijn • être contre qc.¶ (zich) iets tegen eten • manger qc. jusqu'au dégoût————————tegen2〈 voorzetsel〉1 [algemeen] contre2 [jegens] envers3 [in strijd met] contraire à4 [kort vóór] vers5 [in ruil voor] moyennant6 [Algemeen Zuid-Nederlands][in de buurt van] près de♦voorbeelden:een middel tegen de koorts • un remède contre la fièvretegen een muur opklimmen • escalader un murtegen de wind in fietsen • pédaler contre le venthebt u er iets (op) tegen? • y voyez-vous un inconvénient?zij heeft iets tegen hem • elle a qc. contre luiiets tegen iemand zeggen • dire qc. à qn.2 vriendelijk tegen iemand zijn • être gentil avec qn.dat is tegen de wet • c'est contraire à la loihet is tegen elven • il est près de onze heurestegen Pasen • aux environs de Pâqueshij is tegen elf uur gekomen • il est venu vers onze heurestegen dat hij thuiskomt • juste avant qu'il (ne) rentreeen lening tegen 7,5 % (rente) • un emprunt à 7,5 %
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский